In een context van begrotingsdruk heeft de Belgische federale regering een akkoord bereikt over de invoering van een nieuwe belasting op meerwaarden. Hoewel nog niet alle details van de maatregel gekend zijn, vormt deze hervorming een belangrijke wijziging in het Belgische fiscale landschap, dat traditioneel gunstig stond tegenover kapitaalinkomsten. Zoals steeds is paniek geen goede raadgever… Het blijft essentieel om vast te houden aan een langetermijnstrategie om overmatige blootstelling aan de nieuwe belasting te vermijden.
Binnen deze fiscale hervorming verwijst “meerwaarde” naar de winst bij verkoop of overdracht van financiële activa, vergeleken met de aankoopwaarde. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Alleen gerealiseerde meerwaarden zullen onderworpen zijn aan deze nieuwe belasting. Dat is een cruciaal punt om het effect op uw investeringsstrategie te begrijpen.
De belasting treedt in werking op 1 januari 2026. Belangrijk: ze geldt alleen voor meerwaarden die vanaf die datum effectief gerealiseerd worden, niet voor eerdere winsten. De waarde van uw activa op 31 december 2025 zal als referentie dienen voor de berekening van toekomstige meerwaarden.
Het systeem is progressief met verschillende vrijstellingen:
De maatregel betreft hoofdzakelijk financiële activa zoals:
Belangrijk: de Reynders-taks op obligatietransacties blijft behouden, ondanks eerdere voorstellen tot afschaffing.
Goed nieuws voor spaarders die aan hun pensioen werken: pensioensparen via de tweede pijler (groepsverzekeringen, pensioenfondsen, IPT’s en VAPZ’s) en derde pijler (individueel pensioensparen) blijft vrijgesteld van de meerwaardebelasting. Dit onderstreept de wens van de overheid om langetermijnpensioensparen te stimuleren en zich vooral te richten op speculatieve beleggingen of grote vermogens.
Om kleine en middelgrote beleggers te ontzien, zijn volgende vrijstellingen voorzien:
In tegenstelling tot eerdere voorstellen voorziet het akkoord geen vrijstelling meer voor activa die meer dan tien jaar in bezit zijn. Deze maatregel, bedoeld om langetermijnbeleggingen te stimuleren, werd uiteindelijk niet behouden.
De belasting treft enkel gerealiseerde meerwaarden, niet de latente. Zolang u uw beleggingen aanhoudt, wordt u dus niet belast op de waardestijging. Dit pleit voor een passieve “buy and hold”-strategie die transacties beperkt en dus de fiscale impact minimaliseert.
De vrijstelling op de eerste 10.000€ (mogelijk oplopend tot 15.000€) zou een interessante optimalisatiemogelijkheid bieden. Door uw verkoop- en aankoopmomenten slim te spreiden, blijft u mogelijk onder deze jaarlijkse drempel en reduceert u de belastingdruk.
Het Belgische fiscale landschap evolueert snel. Het is niet uitgesloten dat volgende regeringen de regeling aanpassen, versoepelen of verstrengen. In deze context van onzekerheid lijkt een afwachtende houding verstandig: uw vermogen rustig laten groeien zonder onnodige realisaties op korte termijn.
Heeft u geld om te investeren of vastetermijnbeleggingen die binnenkort aflopen? Dan is dit het moment om uw beleggingsstrategie te herzien. Kies niet voor kortetermijnbeleggingen die binnenkort belastbare meerwaarden kunnen opleveren, maar overweeg een langetermijnkapitalisatiestrategie zoals die van Easyvest. Deze benadering levert doorgaans hogere rendementen op dan kortetermijnbeleggingen en compenseert zo ruimschoots de mogelijke impact van de belasting. Bovendien keren kapitalisatie-ETF’s geen dividenden uit, die anders aan 30% worden belast. Zo vermijdt u dubbele belasting en profiteert u ten volle van het exponentiële effect van samengestelde interest.
Tot slot verbindt Easyvest zich ertoe om de fiscale druk voor al zijn klanten te beperken: ons team van wealth managers zal zich inzetten om de impact van deze nieuwe belasting te minimaliseren, aangepast aan de persoonlijke situatie van elke klant.
Vanaf 1 januari 2026 zullen meerwaarden belast worden ter hoogte van 10%. Elk jaar geniet elke belastingplichtige echter van een vrijstelling op de eerste €10.000 aan gerealiseerde meerwaarden. Dit vrijstellingsplafond stijgt jaarlijks met maximaal €1.000 indien er geen verkoop plaatsvindt, tot een maximum van €15.000 na vijf jaar. Dit mechanisme moedigt aan om verkoopmomenten te spreiden om zo het fiscale voordeel te maximaliseren. Voor beleggers die meer dan 20% van een onderneming bezitten, blijft het eerste miljoen euro aan meerwaarden volledig vrijgesteld. Het belastingtarief stijgt vervolgens geleidelijk, met een maximum van 10%.
De belasting geldt enkel voor meerwaarden die worden gerealiseerd na 1 januari 2026. De waarde van uw activa op 31 december 2025 wordt gebruikt als referentiepunt voor de toekomstige meerwaardeberekening. Er is dus geen sprake van een retroactieve werking: reeds opgebouwde winsten blijven vrijgesteld.
De belasting is enkel van toepassing op gerealiseerde meerwaarden, niet op latente winsten. Met andere woorden: zolang u uw activa niet verkoopt, betaalt u geen belasting op hun waardestijging. Door transacties te beperken, vermindert u uw blootstelling aan belasting. Bovendien kunt u, door uw verkopen strategisch te spreiden en onder de jaarlijkse vrijstellingsdrempel te blijven, mogelijk volledig ontsnappen aan de belasting op gematigde meerwaarden.
Neen, producten van pensioensparen die onder de tweede en derde pensioenpijler vallen, worden uitdrukkelijk uitgesloten van deze belasting. Hun specifieke fiscale regeling blijft ongewijzigd, waardoor deze spaarvormen aantrekkelijk blijven om uw pensioen voor te bereiden.