Het wettelijk pensioen is een essentiële inkomstenbron die ervoor zorgt dat gepensioneerden 60% van hun oude loon ontvangen. Deze verhouding zou echter kunnen teruglopen tot 40% omdat de demografie ons pensioenstelsel onder druk zet. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat u een aanvullend pensioenkapitaal opbouwt.
Het wettelijke pensioen is de maandelijkse uitkering die de staat aan een gepensioneerde betaalt tot aan zijn overlijden. Het staat ook bekend als het socialezekerheidspensioen. Dit is de eerste pijler van het Belgische pensioenstelsel.
Het wettelijke pensioen wordt gefinancierd door een 'omslagstelsel': een deel van de inkomstenbelasting die werknemers vandaag betalen, wordt rechtstreeks door de staat gebruikt om de wettelijke pensioenen van gepensioneerden te betalen. Het is een sociaal mechanisme om rijkdom over te dragen.
In 2020 bedroeg het totale pensioenbudget €44 miljard, wat betaald werd door 4,5 miljoen actieve werknemers ten behoeve van 2,4 miljoen gepensioneerden. Gepensioneerden ontvangen gemiddeld €1.500/maand, terwijl iedere werknemer ongeveer €800/maand aan belasting betaalt voor het systeem. Voor elke gepensioneerde zijn er dus 2 werknemers die bijdragen aan het stelsel.
Het omslagstelsel werkt alleen als er een evenwicht is tussen het aantal werknemers die bijdragen en het aantal gepensioneerden die een uitkering ontvangen. Dit is echter niet langer het geval: we zien een toenemende druk op ons pensioenstelsel verhogen vanwege verschillende structurele oorzaken.
Deze druk wordt voornamelijk uitgeoefend door de 'verstoring' van de leeftijdspiramide, de stijgende levensverwachting en de late toetreding van jongeren op de arbeidsmarkt. Dit alles in een context waarin de cruciale pensioenleeftijd, 65 jaar, minder snel is gestegen dan deze transformaties.
In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog zag België het aantal geboorten exploderen tot 150.000 per jaar tegenover 115.000 vandaag. De massale pensionering van de babyboomgeneratie (1950-60) veroorzaakt een onbalans die de belangrijkste oorzaak is van de druk op ons huidige pensioenstelsel.
In 1960 bedroeg de levensverwachting in België 70 jaar - in 2020 is dit 83. De levensverwachting is met andere woorden elke 5 jaar met een jaar gestegen. De wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar is sindsdien echter niet veranderd; dat betekent dat we gepensioneerden langer van een uitkering moeten voorzien.
Er wordt gezegd dat bondskanselier Bismarck, de bedenker van het omslagstelsel, zijn statistici vroeg om een leeftijd vast te stellen vanaf welke het aantal overlevenden niet té hoog zou zijn geweest om de kosten van een pensioenregeling te beperken. De levensverwachting bedroeg toen 40 jaar. Cynisch…
De toename van het aantal gepensioneerden wordt dus niet gecompenseerd door een gelijkwaardige toename van het aantal werknemers. Integendeel, de daling van het geboortecijfer en het feit dat jongeren langer studeren hebben een negatieve invloed op het aantal werknemers. In 2000 werkte 50% van de 20-jarigen, tegenover 40% in 2020.
Als er niets verandert aan het huidige systeem, dan is een catastrofe onvermijdelijk: het aandeel gepensioneerden zal zo sterk toenemen dat het wettelijk pensioen binnen 40 jaar zal dalen van €1.500 naar €1.000/maand. In 2060 zal de helft van de gepensioneerden, ofwel 2 miljoen mensen, mogelijk onder de armoedegrens leven (€1.085).
Dit probleem is niet uniek voor België. Alle ontwikkelde landen die een omslagstelsel hebben ingevoerd - de meeste OESO-landen - staan voor dezelfde uitdagingen.
Deze situatie is niet onvermijdelijk. Het pensioenstelsel zou kunnen worden gered door een verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd, stimulatie van het geboortecijfer, uitgifte van staatsobligaties of de transitie naar een individueel spaarsysteem.
Door een verhoging van de inkomstenbelasting zouden we het wettelijk pensioen kunnen behouden, maar de inkomstenbelasting ligt al erg hoog in België. Een verlaging en herverdeling van het wettelijke pensioen van bepaalde rijkere klassen ten gunste van de meer bescheiden wettelijke pensioenen lijkt waarschijnlijker.
Tegen 2025 zal de pensioenleeftijd in België stijgen tot 66 en vervolgens tot 67 in 2030. Deze verhoging is wiskundig (niet noodzakelijk politiek) de meest voor de hand liggende oplossing. Door deze maatregel wordt het wettelijk pensioen met 10% verhoogd, ofwel gemiddeld €100.
Vandaag zijn er bijna 2,5 miljoen inactieve Belgen die oud genoeg zijn om te werken en kunnen bijdragen aan het pensioenstelsel, waaronder 500.000 werklozen. Een deel van deze 20% van de bevolking aan het werk zetten, als is het maar gedeeltelijk, zou het systeem enorm ondersteunen via hun sociale bijdragen.
Bepaalde beleidsmaatregelen, zoals gezinstoelagen, zijn erop gericht het geboortecijfer te verhogen. Het duurt echter 25 jaar voordat een pasgeborene de arbeidsmarkt betreedt, dus dit kan het probleem op de korte termijn niet oplossen.
België kent een netto immigratie van 46.000 mensen per jaar, waarvan de meeste werknemers zijn die meteen bijdragen aan het pensioenstelsel. Sommige waarnemers zeggen dat het besluit van Duitsland om tussen 2015 en 2020 1 miljoen migranten op te nemen, werd gemotiveerd door de mogelijkheid dat ze het pensioenstelsel zouden ondersteunen.
De overheid heeft altijd de mogelijkheid om geld te lenen op de financiële markten, van particuliere of institutionele beleggers, door staatsobligaties uit te geven. Deze schuld zou kunnen worden gebruikt om de pensioenen te financieren, maar dat zou het probleem alleen maar naar de volgende generatie verschuiven.
Ten slotte kan de staat doorgaan met het stimuleren van werknemers om zelf voor hun pensioen te sparen. Dat betekent dat werknemers zelf bijdragen aan hun pensioen door hun spaargeld te beleggen, in plaats van te rekenen op het wettelijke pensioen.
We geloven dat overheden in de toekomst dit volledige arsenaal aan maatregelen zullen toepassen. Het doel zal zijn om rijkdom te herverdelen en over te dragen van degenen die het hebben naar degenen die het niet hebben. Tijdens dit proces zal de hogere middenklasse ongetwijfeld het meest lijden onder de negatieve effecten van herverdeling en een drastische verlaging van hun wettelijk pensioen zien. Daarnaast zal het pensioenstelsel waarschijnlijk deels geprivatiseerd worden, waarbij spaargeld en persoonlijk kapitaal wordt geïnvesteerd in pensioenregelingen die complementair zijn aan het wettelijke pensioen.
De enige oplossing om niet persoonlijk tegen de muur aan te lopen, is het heft in eigen handen nemen en een aanvullend pensioenplan opzetten dat bestaat uit fiscaal voordelige beleggingsvehikels en een reguliere beleggingsrekening.
easyvest helpt u bij het plannen van uw pensioen, en het begint hier met een simulatie.
Dit artikel werd geschreven toen easyvest door de FSMA werd erkend en gereglementeerd als agent voor bank- en beleggingsdiensten. Vandaag is easyvest een merk van EASYVEST NV, erkend en gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, ondernemingsnummer BE0631.809.696, als maatschappij voor portefeuillebeheer en als verzekeringsmakelaar, met maatschappelijke zetel te Gachardstraat 59, 1050 Brussel, België. Copyright 2023 EASYVEST NV.