De groepsverzekering is een Belgische vorm van pensioensparen die werkgevers voor hun werknemers afsluiten en dewelke een gegarandeerd rendement biedt dat momenteel 1,75% bedraagt. Een goede of slechte zaak?
Groepsverzekeringen en andere pensioenfondsen vormen de zogenaamde tweede pijler van het werknemerspensioen. Ze zijn essentieel als aanvulling op het wettelijk pensioen dat uitgekeerd wordt door de overheid. Vanwege de evoluerende demografie en daaraan gekoppelde politiek, wordt er geschat dat het gemiddelde Belgische pensioen rond 2060 het laagste niveau ooit zou bereiken: slechts ongeveer 1.000 euro per maand - net boven de armoedegrens.
Op het eerste zicht lijkt het gegarandeerd rendement erg aantrekkelijk. Hoewel het idee lovenswaardig is, is het gegarandeerd rendement - 1,75%, lager dan de Europese inflatiedoelstelling van 2% - niet voldoende om het kapitaal van de Belg op te krikken en hun pensioen veilig te stellen.
Doordat deze garantie enkel van toepassing is op pensioenproducten voor werknemers, draagt ze ook bij aan de ongelijkheid. Zelfstandigen en bedrijfsleiders hebben namelijk de vrijheid om hun aanvullend pensioen te beleggen in andere producten, met name aandelen, die op de lange termijn een hoger rendement dan 1,75% bieden.
De garantie, die stelt dat werkgevers het verschil moeten compenseren als het rendement van 1,75% niet wordt gehaald, stimuleert hen op geen enkele manier om het geld van werknemers te investeren in risicovollere producten zoals aandelen. Groepsverzekeringscontracten worden echter per definitie voor de lange termijn afgesloten en zijn dus niet erg gevoelig voor beursvolatiliteit.
Daardoor wordt een groot deel van de bedragen belegd in Belgische staatsobligaties: een geschenk voor de overheid in plaats voor de werknemers, die zo een beter rendement aan hun neus zien voorbijgaan.
Stel je voor dat alle Belgen vrij zijn om hun pensioenkapitaal te investeren in de meest winstgevende langetermijnproducten, zoals aandelen. In plaats van 1,75% zouden werknemers jaarlijks een potentieel rendement van 6% kunnen realiseren op hun aanvullend pensioen. En dankzij de magie van samengestelde rente - het exponentiële groei-effect door de herinvestering van het rendement jaar na jaar - zouden alle Belgen onder de 55, ongeacht hun huidige loon, hun reserves minstens zien verdubbelen in vergelijking met de huidige situatie. De jongsten, die over 40 jaar waarschijnlijk een kleiner wettelijk pensioen zullen ontvangen, zouden in deze veronderstelling zelfs hun pensioenkapitaal kunnen zien vervijfvoudigen.
Aangezien de afschaffing van het gegarandeerde rendement op dit moment niet op de politieke agenda staat, is individueel beleggen de enige manier om een hoger rendement te behalen en uw pensioenkapitaal te vergroten. Door een deel van uw spaargeld te investeren, kan u het verschil tussen uw laatste loon en de som van uw wettelijke en aanvullende pensioen, welke mogelijk niet voldoende is, ruimschoots compenseren.
De opbouw van een beleggingsportefeuille voor uw pensioen dient echter met de nodige voorzichtigheid te gebeuren. Het obligatiegedeelte van de portefeuille moet u langzamerhand vergroten naarmate uw pensioen nadert, om het risico van fluctuaties bij de liquidering van de portefeuille te minimaliseren. U kunt ook een constructie opstellen waarbij u een maandelijkse uitkering ontvangt die u in staat stelt om uw levensstandaard op peil te houden en tegelijkertijd een deel van uw kapitaal verder te laten groeien. Easyvest kan u hierbij helpen, dankzij de passieve investeringsbenadering die volgens ons het meest winstgevend is op lange termijn.
Note: Dit artikel werd geschreven toen Easyvest door de FSMA werd erkend en gereglementeerd als agent voor bank- en beleggingsdiensten.